Handschoenen die op de werkplek worden gedragen, moeten bepaalde eigenschappen hebben. Afhankelijk van de toepassing, bijzonder bestendig zijn tegen insnijdingen of lekken, olie- en zuurbestendig zijn, aan goede tactiele eisen voldoen enzovoort, enzovoort. De verschillende EN-normen definiëren de eisen voor elke handschoen volgens verschillende beoordelingscriteria. De controlecijfers geven informatie over de beoordeling tijdens de testmethode: Hoe hoger het getal, hoe beter het testresultaat. Mechanische gevaren en bescherming tegen statische elektriciteit wordt geregeld door de EN 388:2003. Voor bosbouwwerkzaamheden, ter bescherming tegen sneden van kettingzagen, worden snijbestendige handschoenen volgens EN 381-7:1999 gekeurd. Hittebeschermingshandschoenen, lashandschoenen enz. worden conform EN 407:2004 op thermische gevaren gekeurd en conform EN 374 op chemische gevaren in verschillende sectoren. Koubeschermingshandschoenen worden getest volgens EN 511:2006. Voor wegwerphandschoenen is de AQL-waarde bepalend. Een overzicht van de belangrijkste normen, inclusief een gedetailleerde beschrijving, vindt u in ons overzicht van handschoenen.